vrijdag 17 september 2010
Ik wil niet dat ze me zo zien
Er zijn mensen die zeggen dat als zij op een mensonterende manier oud worden er aan hun leven maar een eind moet worden gemaakt. Het komt voor dat de zieke niet wil dat mensen hem of haar in een aftakelende of afgetakelde toestand zien. Het lijkt alsof zij het de mensen om hen willen besparen. Zij willen niet dat mensen worden geconfronteerd met de situatie. Wat ligt hieraan ten grondslag? Waarom willen zij niet zo worden gezien? We kunnen denken aan de toeschouwer. Het is voor hen niet prettig om te zien hoe een medemens, soms een geliefde, wordt verslonden door een agressieve of soms langzaam slopende ziekte. Er wordt rekening gehouden met het gevoel van de toeschouwer. We kunnen het zoeken bij de zieke. Die schaamt zich misschien voor de toestand waarin hij verkeert. Hij wil niet dat deze toestand de herinnering aan hem bepaalt. Hoe we er ook naar kijken, we willen er op de een of andere manier niet aan. Heeft het te maken met ontkenning? Willen we alleen nog maar zien wat perfect is, wat onder controle is, wat goed functioneert? De laatste levensfase bepaalt ons erbij dat we slechts mens zijn in een niet ideale wereld. De ideale mens ontkent niet maar aanvaardt. Niet om bij de pakken neer te zitten maar om te werken aan een toekomst waar gezondheid toeneemt maar tot die tijd ziekte, afbraak en pijn niet worden ontkent. We gaan allemaal een keer dood, het hoort erbij. Maar zolang je leeft, zolang je gezond bent, moet je eruit halen wat in jou zit. Dan is een afgetakeld mens toch een volledig mens die mag worden gezien.
Labels:
aanvaarding,
afgetakeld,
leven,
mens,
mensonterend,
ontkenning,
schaamte,
ziekte
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten